26 TROUWEN.
boek turen ? Hij kon niet gelooven dat zij in de grauwe schemering nog letters kon onderscheiden.
— Lees je nog — Roos ? Kan je nog zien ?
— H’m...... vraag je wat ? Even be
woog zij haar hoofd, in zijn richting.
— ’t Is immers veel te donker om te lezen. Toe nou, liefdewillend gleed zijn arm om haar schouders, trachtend haar tot zich te vlijen, leg dat boek nou eens neer. Kom wat dichter bij mij.
— Toe — Simon — wees nou verstandig ! Niet onvriendelijk klonk haar stem, daarvoor was zij te helder van klank. Ook niet geprikkeld, noch ongeduldig, maar ze was geheel vrij van elke wilvolle sympathieke buiging en wending.
Rosa richtte bedaard het voorovergebogen lichaam op uit haar leeshouding en met een rustige beweging van haar rech-