65
hij naar hem toe. Maar hij zou hem laten merken, dat het zoo gemakkelijk niet ging, dat hij zich heelemaal niet vereerd voelde door zijn verzoek —, hij trok zijn hand weer uit de tasch terug, en het was een zelfoverwinning, want in zijn hart was hij wel vereerd, en dolgraag den voornamen jongen, die zijn meerderheid erkende, ter wille geweest,
„Waarom kom je eigenlijk juist bij mij?” het klonk stug en zelfbewust, tot zijn voldoening,
„Omdat...., de meesten zijn zelf niet klaar, moeten er vanavond nog aan werken —, jij bent altijd nogal in den voorzorg.”
Hij gaf zich nog niet gewonnen, genoot van de verlegenheid van den ander die daar nu als smeeke-ling voor hem stond,
„Ik moest eigenlijk óók vanavond het schrift nog gebruiken.”
„Ja dan — ja dan , als je zelf Maar ik
weet er wat op, je gaat even met mij mee naar huis —, en dan schrijf ik het gauw van je over —, het is niet zoo’n heel lange, is het wel? Neen, meer moeilijk, een echt lam repetitie-ding en ik zal er toch wel niet komen en ik zal toch wel „her” krijgen en dan mag ik toch niet mee — ze gaan allemaal naar Italië, zie je — maar een kansje kan ik altijd wagen. Ga je dan even mee?”
Een uitbundige vreugde bruiste op in Bennie’s hart. Nu zou hij dien heerlijken tuin, dat prachtige huis betreden en die trotsche jongen stond voor hem
5