Het Joodje

Titel
Het Joodje

Jaar
1914

Overig
1ed v2

Pagina's
258



53

zijn en wat zouden ze allemaal barsten van nijd, al trokken ze nog zulke vriendelijke gezichten. Die nijd, de „kinnesinne*' van de anderen, scheen voor tante de hoofdbron van haar vreugde —, ze bekende het zelf, „haar halve naages” —en tegenover haar grove, openlijk-getoonde overmaat van gestreeldheid met toekomstig rij keluis-verkeer, voelde Bennie zich ellendig beschaamd, omdat hij iets van ditzelfde toch óók in zichzelf wist, en hij nam zich voor, nooit ervan te laten blijken, het diep te verbergen, geen zweem van zijn v/aardigheid te offeren voor de vriendschap en de gunst van de anderen.

Thuis zaten de koosjere bakker van den overkant met zijn vrouw en enkele van vaders weekmarkt-kennissen, en wenschten hem luidruchtig geluk, maar Bennie moest telkens aan wat tante had gezegd van hun „kinnesinne" denken, dadelijk na vier uur kwam haastig meester Becker aanloopen, Bennie wilde hem met het blijde nieuws de reden van zijn oponthoud vertellen, maar de meester betuigde bij voorbaat, dat hij alles begreep en tante Rebecca fluisterde hem verwijtend in rad Jiddish toe, dat de meester beter inzag wat hij „eigen volk” was verschuldigd dan hijzelf, Doch Bennie voelde dat de oude man wel gegriefd was, al liet hij niets blijken —, niet elkeen stortte zijn gevoelens in een vloed van woorden uit, als tante Rebecca, dat wist hij al wel,

Bij het heengaan vroeg hem den meester voor den avond hij zich thuis —, hij kon dan op zijn gemak

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.