In Mei 1848 ontstonden de eerste organisaties tot regeling van de emigratie. De Weense organisatie verklaarde op 14 Mei 1848 dat de emigratie van de Joden uit Oostenrijk naar Amerika, een zegen zou zijn voor de Joden en een welsprekende demonstratie tegenover de Oostenrijkse regering en bevolking, welke de rechten van de mens zozeer beknotten. De demonstratie als zodanig zal niet veel indruk hebben gemaakt, maar na 1848 neemt de emigratie uit Europa een steeds grotere omvang aan.
In 1847 wordt het totaal aantal Joden in de Ver. Staten en Canada geschat op 50.000. De schrijver Lebeson beschreef de tocht van de Jood door heel de wijde uitgestrektheid van het nieuwe land, met iedere stap tegelijkertijd de vrijheid inademend, die hem zo lang was ontzegd en wegen zoekend voor de ontwikkeling der onmetelijke woestenij. ’Van Florida tot Nieuw Engeland, van de Atlantische Oceaan tot aan de Pacific, trokken de Joodse pioniers, die het patroon van hun leven weefden in het schilderachtig geheel der Amerikaanse geschiedenis. Bukkend onder de zware last van zijn pak of rechtopgaand achter de ossewagen, trok de Jood de wildernis in naast de Christenpionier. Evenals deze droomde de Jood van de ontwaking en bevrijding van de prairies, van het leven dat hier dank zij het werk der kolonisten zou ontstaan.’
31