De emancipatie van de Joden in Oostenrijk en Hongarije verminderde het verlangen om te emigreren niet in het minst. 'Men kan zien’, aldus de Prager correspondent van het Joodse weekblad Israels Herold in New-York, op 24 Maart 1849, ’dat men niet veel geloof heeft in de toekomst van Oostenrijk.’
Welsprekender nog is de brief van Joseph Brandeis, de vader van de later zo beroemde rechter Brandeis, die aan zijn aanstaande vrouw schreef in 1849: ’ln enkele maanden zul je hier zijn en er zelf over kunnen oordelen. Je zult zien tot je verrassing hoe alle haat voor medemensen, alle afkeer van beschaving, alle weerzin tegen intellectueel leven, ineens van je afvalt. Je zult met voldoening vaststellen dat al deze gevoelens alleen een gevolg waren van de beroerde omstandigheden in Europa.’
Dit waren de haast lyrische gevoelens waarmee de Joodse ballingen uit Europa naar een nieuw vaderland vertrokken.
32