bij die zoo en zoovele wetenschappelijke doodslagers van het socialisme, waarbij ook Prof. Treub voor dit zijn laatste werk is moeten ter schole gaan.
*
Als de geleerde Professor het ons niet zoo stellig en met zoo groot zelfbewustzijn zou verzekeren, dat wij finaal plat geslagen tegen den grond liggen, wetenschappelijk natuurlijk, wij zouden het niet gelooven. Maar het is reeds zoo ver met ons .... in de oogen van Prof. Treub.
Wij willen alsnog een poging wagen om op onze beenen terecht te komen. Het zal moeite kosten, want de heer professor slaat ons met „wetenschap” om de ooren. En zoo iets is geen blik. Deze onze poging nu zal een tweeledig doel hebben, ten eerste van de „wetenschappelijke” aanval, op de wetenschappelijkheid der sociaal-demokratie zoo mogelijk af te slaan en ten tweede, van het ,,economisch standpunt” van den schrijver zelf, eens wat van naderbij te bekijken. Dat laatste toch verliest zich in de Tivoli-rede zoozeer in de nevelen der vaagheid, dat het voor de „gezonde” arbeidersbeweging belangrijk genoeg is, dat dit eens van uit het afgetrok-kene, gelijk men dat vindt in Prof. Treub’s lezing en in het beginselprogram der vrijzinnig-demokraten, naar het concrete der werkelijkheid te worden overgebracht.
Eigenlijk nog belangrijker, ja het belangrijkste is het. Want wat heeft de „gezonde” arbeidersbeweging aan zooveel negatiefs als Prof. Treub’s wetenschappelijke slachting der sociaal-demokratische beginselen ? Zij heeft toch in de eerste plaats behoefte aan een positief standpunt, wTaarop zij zich bewTegen kan? Als ik tot de „gezonde” elementen der arbeidersbeweging van Prof. Treub be