De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



IX

Ik had een gesneden en zilverbeslagen koffer uitgezocht, van het soort waarin vrouwen hun fijn gewaad bergen. Nu knielde ik in de gevangenkamer bij de resten van den jonker en legde omzichtig zijn gebeente bijeen op den paars-fluweelen bodem, waaraan nog een zweem van vrouwengeur hing. De onbeschrijfelijk neerdrukkende ervaring van het doode been tegen mijn vingertoppen, werd gedurig doorbroken door dien jasmijnzoeten adem uit een anderen tijd. Stellig had ook hij, dien ik dezen liefdedienst bewees, van geuren en kleuren gehouden. Hij was jong geweest als ik en ik voelde mij hem zoo verwant dat ik zijn wensch trachtte te raden in mijzelven.

Eindelijk had ik mijn werk volbracht en rees overeind.

Ik wenkte Jeróme dat hij de deur naar den vluchtgang zou openen, toen namen wij den koffer op. De grafkelder der Auzuns lag naast de ruïne van het oude slot. Als wij door de gang en den onderaardschen doolhof gingen, zou niemand ons en onzen last behoeven te zien.

Wij gingen zonder te spreken. Ik gevoelde geen enkel gewetensbezwaar, dat ik het over

141

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.