bedoel ik, daar hoort de hele straat bij, - so was Bodenständiges, - dat moet je meemaken. Ik ga ook. Weet je wat, ik kom je halen.’
‘Neen,’ denkt Paul, ‘dat niet.’ De ronkende en trillende onwelluidendheden der guitaren schrapen langs zijn zenuwen. ‘Ik heb een afspraak,’ zegt hij beslist en wat nors, - hij houdt er anders niet van om onwaarheden te zeggen.
‘Jammer,’ vindt Maria. ‘Een kunstenaar moet het ogenblik niet voorbijlopen.’
En dan voelt ze, dat ze nu niet langer kan blijven zonder lastig te worden.
83