kopen? Maar Johannes heeft indertijd werkelijk emplooi gehad voor die hoed, er waren altijd kinderen die gedoopt en oude verwanten die begraven moesten worden, - daarbij heeft een schilderspatroon toch ook zijn stand, al pocht hij daar niet op. Zoals hij daar staat, nog fors, zijn nette donkere overjas breed over de schouders, de veelgebruikte representatieve, hoge hoed boven zijn vriendelijk rood gezicht, en die Mutter klein maar kwiek, in degelijk zwarte zij en een gouden ketting aan zijn arm, is hij een stamvader om trots op te zijn, een belofte voor aller gezondheid en welslagen. Ieder wil dan ook de eerste zijn die hem de hand drukt en de kleine kinderen worden opgetild om over de schouders van anderen heen, hun grootvader en grootmoeder een kusje te geven. Johannes knikt en lacht en kijkt in de toegenegen gezichten, die hem allen zo na bestaan, hij geniet ten diepste, zijn hart drinkt de grote dag bij teugen. Resi geniet evenzeer maar op andere wijze, ze heeft al de hoofden geteld en gezien dat slechts weinigen ontbreken, ze heeft gezien dat ieder in zijn beste plunje is verschenen en dat de versiering van de Hausflur er wezen mag, - dennegroen met royale aanwending van papieren rozen en lampions. Ze wuift van verre naar de oudste knecht: ‘goed zo, Franzl’. Haar kleine bruine ogen overzien de schare en dan hebben ze ook meteen de fotograaf ontdekt, - ach dat is een verrassing. En dit is nu voor Resi de grote, de ware, de onverwachte verrassing van de dag, waarvan zij alle verrassingen al vooruit meende te kennen. En deze verrassing, - ze begrijpt het als de persfotograaf zich voorstelt: Wiener Allgemeine Zeitung — is haar bereid door de Jungso-zialist, die daar als zetter werkt en de redactie heeft gewaarschuwd. Op dit moment leeft Resi in vrede met de wereld en met zichzelf, - zelfs met de Jungsozialist,
71