‘Nonsens/ ergert zich mr. Hunter. ‘Ik ben hier niet om verzorgd en geëxploiteerd te worden en dan achter mijn rug uitgelachen. Ik wil jullie land meemaken, zoals het is, al moet ik een week lang hongerlijden.’
‘Het is niet eens meer een week,5 meesmuilt Otto, cu bent immers al twee dagen te lang in Parijs gebleven. De Rotarians zijn al lang aan het congresseren.’
‘Ja man,’ grinnikt Haymaker, ‘je hebt Parijs willen meemaken zoals het is, - dat kost natuurlijk tijd...’ Mr. Hunter laat zich deze al meermalen gehoorde plagerij van Haymaker maar aanleunen, hij weet voor zichzelf wat er waar aan is. Parijs, het Parijs waarvoor de hotelportier hem de gefluisterde instructies heeft gegeven, was helemaal niet zo interessant. In New York valt nog wel wat anders te beleven. Mr. Hunter heeft zijn ontdekkingstochten in de Parijse halve wereld maar matig genoten, eigenlijk waren ze hem niet meer dan een voorwendsel waardoor hij in de buurt van Haymaker en diens secretaris kon blijven tot deze het contract met hun Franse gastdirigent in de zak hadden en verder naar Wenen wilden meereizen.
Want, het moet maar gezegd, mr. Hunter zou niet graag geheel alleen verder reizen, hoe superieur hij ook neerziet op het incapabele Europa, hij voelt zich op deze bodem zeer onzeker. Eerstens wijl hij slechts Amerikaans spreekt en dat nog met moeite. Goed kent hij feitelijk alleen zijn vaktaal, de taal van zijn kabelfabriek. En hoe moet hij daarmee door België, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk komen als hij werkelijk het land wil ‘meemaken zoals het is’, hetgeen hem toch is opgedragen door de Rotaryclub van Cleveland? Natuurlijk heeft hij wel een machtig hulpmiddel aan zijn eersteklas smalfilmcamera, die hij voor een amateur werkelijk heel handig weet te gebruiken, maar een smalfilm
33