God wil, zal Daniël geen haar worden gekrenkt, ook al heeft hij zich laten meeslepen in ordeverstoringen. Maar waarom is de jongen dan toch in twee nachten niet thuisgekomen?
Nu heeft Meyer eindelijk de Hausflur bereikt en zelfs in zijn zorgelijke ogen dringt zich de ongewone aanblik van een versierde balkenzolder met bengelende lampions en afhangend dennegroen. ‘Wat gaat hier gebeuren?5 vraagt hij de meesterknecht, maar dan weet hij het meteen weer. ‘Gefeliciteerd,5 zegt hij beleefd en drukt de oudste zoon van Hodl de hand. ‘Hier wordt gedanst vanavond,5 zegt de meesterknecht, ‘komt u ook eens draaien, Herr Jonathan?5 Maar de oudste Hodl weet dat dit een ongepaste vraag is en schuift de knecht opzij. ‘Vanmiddag houden vader en moeder receptie, zien we u nog?5 Meyer Jonathan knikt een paar maal; zeker, de HodFs zijn heel respectabele mensen en een gouden bruiloft te mogen vieren is een genade Gods, daarmee moet men iemand zeker gelukwensen als men in de gelegenheid is. ‘Heel graag, Herr Hodl/ zegt hij. En nu loopt hij dan toch in de Luftbadgasse, wel een kwartier te laat, maar de Stadtbahn kan hij niet nemen vanwege de hoge perrontrappen en de kosten. Hij moet een beetje aanstappen, dat is alles.
In de Gumpendorferstrasse rijdt hem een hospitaal-auto tegemoet en hij voelt een steek in het hart, maar och, er rijden immers zo vaak ziekenauto5s voorbij! Toch blijft hij staan om de auto na te kijken tot die de inrit naar de Luftbadgasse is gepasseerd. Dan loopt hij verder langs de Gumpendorfer- en de lege Eschen-bachstrasse en wil de Burgring oversteken, maar aan deze zijde, op de hoek van de Babenbergerstrasse, schijnt een oploopje te zijn, er staat een troepje jongelui, er wordt geschreeuwd en gegesticuleerd, van alle 24