De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



29

bleven voor de deur staan om zijn kunsten te zien.

—    Zal wel een heele drukte voor die deur zijn geweest, zei Jans droog. Moesten de lui nog entrée betalen?

Dirk keek haar gekrenkt aan en zweeg. Hij pakte zijn gereedschap uit en bekeek het raam met kennersblik.

Zeg — kan je geen antwoord geven, lompe hond? vroeg Jans nu luider. Meteen kwam ze een pasje nader.

Dirk hield zich doof en bewoog het raam. Dat vond ze wat al te kras. Ze trok hem, een beetje geraakt, aan den arm en voor ze het wist lag zijn arm aan om haar hals en zijn mond op den hare.

—    Dat find ik nog ’s lief fan je, zei hij waardeerend. ’k Heb nog liefer een soen fan jou dan een keitel thei fan die ouwe sleipboat.

Jans wilde zich losrukken, hevig verontwaardigd, maar moest zoozeer lachen om dat nieuwe scheldwoord dat Dirk haar niet ernstig nam.

Bi-je doarom stiekum achter me omgesloupe, hé deugniet ? verweet hij haar. Wou je me in me hals soene?

—    Zeg loop nou gauw! trachtte ze nog uit te brengen, maar meer zei ze niet. Want hij had haar opnieuw gevangen genomen en liet zich een enorm losgeld uitbetalen.

De deur werd opengestooten en Gerritje schuifelde naar binnen. Maar nauwelijks was ze binnen en zag ze het tooneel dat zich daar afspeelde, of ze haastte zich zoo geweldig haar afkeuringen in verschillende bewoordingen en toonaarden te uiten, dat haar stem haasje over speelde en haar woorden letterlijk over elkaar struikelden.

Jans gaf een gil van schrik, maar toen ze zag dat het Gerritje was, lachte ze weer.

Niettemin haastte zij zich de keuken uit te komen, hoewel Dirk haar toeriep dat ie een wollen dweil moest hebben om dat bos brandhout af te wasschen; ze had een toeval, dacht hij.

De jonge meid stoorde zich niet aan hem, doch liet hem met het oude keukenmeisje alleen achter.

—    Kom je al een beetje bij? vroeg hij deelnemend, of mot ik je op je rug kloppe?

Als er nu iets bestond waarvan Gerritje gruwde, dan was het wel de aanraking van een man. Meer dan zestig jaar had zij zichzelve voorgehouden dat een man, zoolang hij nog geen vijftig jaar telde, eenvoudig half mal was zoodra hij iets zag wat op een vrouw leek. En ze was er innig van overtuigd dat het voor een man een zalig iets moest zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.