lijk, dat Barrel te keer ging, naar aanleiding van le Grand’s cursus, of om welke, andere reden ook. Hij was voor haar niets interessanter dan een patiënt vóór hem. Maar daar hij onder haar toezicht was geplaatst, bemoeide zij zich met hem, zoodra zij dat noodig oordeelde. Toen haar snoeperij op was, ging ze, in een meegebracht boek, een verhaal lezen, van twee uit het paradijs ontsnapte zielen, die melkwegzwervers wilden worden. De geschiedenis boeide haar zóózeer, dat ze slechts opschrok, als Barrèl stopte met gillen om adem te halen. Nauwelijks was hij echter weer op dreef, of de avonturen der hemelzwervers hadden opnieuw al haar belangstelling en sympathie.
Mager winterochtendlicht schemerde grauw door het venster de kamer binnen, toen ze van vermoeienis indommelde. Het boek glipte weg, uit haar vingers. Nauwelijks een kwartier daarna, schrok ze weer op, door een hevigen slag op de gong, in de vestibule; dat was het sein voor het eerste ontbijt der beambten, die nachtdienst hadden verricht.
Barrèl gilde niet meer, doch sliep evenmin. Zijn bovenlichaam hing slap en machteloos over den rand van het ledikant. De vingers van zijn rechterhand maakten een graaiend gebaar en zijn mond mummelde, als bij een tandeloos tasje.
— Had je een boodschap? vroeg Francine geeuwend. Ik ga een kopje thee drinken.
— Naakt, naakt, prevelde hij bijna onhoorbaar.
— Naakt? vroeg ze, haars ondanks lachend.
— Naakt, Pia, bevestigde hij even onduidelijk. Naakt, naakt, Pia.
Ze keek niet verder naar hem om, maar ging naar de kleine eetzaal. De directeur, die geen nacht langer dan drie uur sliep, zat te praten met Freddy, den chauffeur en Roelof, den ma-chinist-electricien. Gerry, de koksjongen en Grietje, een jong
75