't Brokkenhuis

Titel
't Brokkenhuis

Jaar
1932

Pagina's
359



kamermeisje, luisterden schijnbaar ernstig en aandachtig, doch schopten onderwijl tegen eikaars enkels en knieën.

—    Hoe is het vannacht met jouw grappenmaker gegaan, Francine? vroeg le Grand.

Hij keek niettemin ernstig en wachtte geduldig, tot ze zich een kop thee had ingeschonken.

—    Hij is nu een beetje gekalmeerd, maar mompelt over naakt, naakt en nog eens naakt, antwoordde het meisje, een geboterde beschuit met jam besmerend.

—    Naakt? H’m, is ie opgestaan?

—    Nee. Hij hangt als een slappe vaatdoek over den rand van zijn ledikant. Natuurlijk doodvermoeid van zijn eigen gegil.

—    Dénk je?

De directeur keek peinzend voor zich.

Ik loop straks even bij hem aan, zei hij dan. ’t Is zijn tijd nog niet om te suffen. De anderen moeten zich maar een beetje met hem bemoeien. Als de apathie te vroeg bij hem intreedt, bestaat er kans dat de oude indrukken in hem blijven hangen.

Een bel trilde.

—    Ja, zei le Grand, luid, door een telefoonmondstuk,.... goed, over een kwartier in mijn studeerkamer.

Op het moment dat Francine, Barrèl verliet, gingen tegelijk twee deuren op den corridor open. De Oude Dikke Dame en het Jonge Ventje bemerkten eikaars verschijnen tegelijk.

—    Ga je méé? vroeg de Dikke Dame met schorre stem.

—    Weg, weg! piepte het Ventje, met hooge, dunne stem. Ik ben misselijk van je.

—    Ik ga naar den druiloor, ga mee.

—    Wie is dat?

—    De nieuwe.

76

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.