TROUWEN. 93
dat Rosa een ander liefhad ? Ze zouden hem hartelijk uitlachen — of aan zijn verstand twijfelen. Immers, haar gewoon neen, zou een ieder, ook haar ouders een voldoende ontkenning zijn, op zijn vreemde bewering — en hoe die waar te maken ? Zou men niet haar verloofd-zijn met hem, haar ondertrouw met hem, aanvoeren als het klaarste bewijs dat ze hem, Simon, liefhad. Hij kon toch niet zeggen dat men haar dwong, tot dat huwelijk.
Wat dan gedaan...... Gevlucht?
De gedachte deed hem reeds sidderen.
Vluchten...... Wegloopen als een lafaard
— een misdadiger...... Wegloopen......
Roode vloed golfde hem naar het voorhoofd, bij het zich voorstellen van zoo een verdedigingsdaad......... En boven
dien — vluchten beteekende immers vrijwillig afstand doen van haar — van zijn