66 TROUWEN.
— D’r is secuur een beetje heibel — 'anders wéét ik het niet.
— Wat gaat ’t jou an — hou je d’r buiten.
— Laat u mij maar gaan...... Ik moet
er toch eens op uit......
* , *
*
Aan zichzelven overgelaten voelde Simon zich niet zoo onafhankelijk als hij zich tegenover zijn zuster had willen voordoen. Integendeel, voelde hij zich zwak en zieke-lijk-afhankelijk.
Zijn bruidsdagen, dagen van hoop en geluk, vergleden als stond zijn persoon er heelemaal buiten. Ze lachten hem niet toe, noch hulden ze hem in een waas van innig-gelukkig voelen, zooals hij zich vroeger had gefantaseerd. Die dagen waren hem nu niet als zoovele treden der geluksladder,