trouwen. 03
zijn huisgenooten verbaasde. Hij — thuis een veelspreker, graag willend kouten in een mengeling van scherts en ernst, beantwoordde dien ochtend aan het ontbijt elke vraag met ongeduldig schouder-op-halen. En — als dat niet voldoende zeggen kon, dan vulde hij aan met een enkel woord, droog en kortaf.
Zijn zuster Rebecca begreep er niets van.
— Ben je niet lekker, Sim ? vroeg ze half in deelneming, half in scherts.
— Wat bedoel je ?
— Of heb je gisteren te veel taartjes gegeten ?
Weer haalde hij de schouders, op. Hij liep naar het venster en trommelde......
Zijn zuster maakte met den vinger figuren in de lucht om haar moedcr’s aandacht op dat buitengewone feit te leiden. Toen haar moeder verwonderd op-