TROUWEN. 49
Vragen en antwoorden doorwoelden zijn bonzend hoofd...... Het pijnigde ondrage
lijk, van al die vragen en antwoorden, die het niet tegelijk kon bevatten......
* . *
*
Rosa voelde een stil verwijt haar hart beklemmen, bij het zien hoezeer de smart hem aangreep.
— Heb ik je...... pijn gedaan — Simon ?
vroeg ze droef-zacht.
Treurig, schudde hij zijn hoofd ontkennend, hoezeer zijn vochtige oogen ja zegden.
— Waarom vroeg je het dan? verweet ze stil, waarom drong je er dan ook zoo sterk op aan te weten ? Je kan immers niet — tegen het weten der waarheid.
— Had ik dan o/wetend moeten blijven ?
— Was dat niet veel beter geweest ?
— Rosa! schrok hij op, dat meen je
SPRINGER, Trouwen. 4