42 TROUWEN.
opgerezen, zakte ze weer langzaam in den stoel en bleef daar zitten, schijnbaar kalm en roerloos. Nu zakte haar hoofd voorover — legde ze haar gelaat in haar handen, diep in haar schoot.
Simon zag haar met angst zoo stil wor-den. Waarom zakte zij zoo wezenloos ineen ? Waarom was zij plotseling zoo stil......
Hij raakte haar licht aan, streelde haar haren en, heel voorzichtig, haar blank-mooien hals. Ze bewoog zelfs niet.
— Roos — Roos ! riep hij nu zacht.
Geen antwoord. Dan — zag hij een beweging, als beefde zij. Nu zag hij het weer. Heftiger bewogen nu haar rug en schouders ; heel haar lichaam sidderde. Het roerde hem tot zelfverwijt.
God — wat had hij gedaan ? Schreide ze nu ? Huilde zij — zijn mooie Rosa, de