40 TROUWEN.
ben geuit, omdat ze een brok ziele-voelen en denken hadden blootgelegd, wat hij had moeten verborgen houden.
Was hij dan een klein kind, dat hij zich zoo gaf ? Was dan het laatste restje trots bij hem verdwenen, opgeslokt en vernietigd door haar meisjes-koelheid en onhartelijke gereserveerdheid ? Hij voelde nu plots en duidelijk, hoe flauw, hoe onmannelijk hij zich had gedragen, door om een zoen te bedelen en door zich te beklagen van in liefkoozingen te worden misdeeld.
Maar op Rosa werkte die klacht, zoo diep uit hem opbruisend, toch in. Ook haar wangen kleurden, maar van onwilli-gen spijt dat hij gelijk had. Hij had gelijk. Zij waren toch verloofden, over eenige dagen man en vrouw.
Voor haar geestes-oogen flitste een licht — waarin een beeld...... het gelaat van