TROUWEN. 131
Graag liet hij merken, dat hij hem nog kende, van vorig bezoek.
— Een sigaar ? bood Simon hem aan.
— Alsjeblieft, mijnheer — dank u wel! Snel schoof hij de sigaar, als een potlood, achter het oor. Zal direct bezorgen, dames ! Weg stoof hij, het blad vol leege glazen kunstig op den duim balanceerend.
De meisjes schuifelden ongeduldig op haar stoelen.
Selly’s romantisch gestemd hartje popelde van verlangen om te ontsnappen. Die arme Sim scheen er zoo naar te snakken, zijn hart vol liefde te mogen uitstorten. Het ijs — ja. Wel beschouwd, als ze daarginder die menschwormen zoo in vrijheid zagen ronddartelen, leek haar een portie plombieres niet eens meer zoo begeerlijk. En — die fietsen — ze zagen er niet eens zoo erg huur-kar-achtig uit.