„Ik hoor de meisjes,” zei ze en alle decorum vergetend holde ze de tent weer binnen en zei opgewonden:
„Zeg, jongens, de buurmeisjes zijn in den tuin.”
„Wat zou dat?” vroeg Rob.
„Allo marsch, voor de bik zorgen, hoor!”
„Weet je wat we moesten doen?” zei Loe eensklaps. „We gaan zachtjes den tuin in, halen vier voetenbankjes en dan kijken we ineens met ons vieren over de schutting. Hoe is ie?”
„Ja, moppig, eenig!” vonden ze allen.
„Wat zullen ze schrikken,” zei Jo, zich verkneuterend in het idee.
In den tuin van de buren speelden zes aardige meisjes met kleine Nettie krijgertje om de bloemperken.
Ze hadden allen schik in het kleine ding, dat ze al lachend en juichend trachtte te ontloopen, maar telkens weer gepakt werd.
„Nettie is ’m, riep een der meisjes en allen vluchtten ze weg voor het kleine meisje, om zich dan even later gewillig door haar te laten pakken.
Plotseling slaakte een der meisjes een heftigen kreet.
„Wat heb je, Tine?”vroegen de anderen verschrikt.
Ze dachten, dat ze in een stuk glas getrapt had. of haar enkel wellicht verzwikt had.
66