96
nog nooit zo’n brok hatelijkheid gezien. Met een honingzoet stemmetje zegt ze je de hatelijkste dingen. Hou stil, ze komt onze kant op. Slapend houden.”
„En jaloers dat ze is,” fluisterde Bea terug. „Op alles en op iedereen. Ze kan gewoon niet hebben, dat je bevriend bent met
sloten ze allebei hun ogen, en deden of ze sliepen ,
een ander dan met haar gewichtig persoontje.”
„Ze is wel intelligent, niet?”
„Ja, in hoge mate en ze rolt gewoon door haar examens. Maar ze wil het ook weten.”
„Wat roddelen we smeuiïg,” lachte Els.
Toen sloten ze allebei hun ogen en deden of ze sliepen.