51
minst hun goedkeuring wegdroeg, door te drijven. Wel had ze er een kleine toespeling op gemaakt, doch dit was niet als ernstig gemeend door hen opgenomen.
„Heeft Béa je dit aangeraden?” vroeg de moeder en haar stem klonk wat scherp.
„Hélemaal niet! Dacht ik ’t niet, dat u dat zou vragen! Béa wilde zich er niet eens mee bemoeien, omdat ze wel weet hoe u tegenover het toneel staat. Toe, moeder, zet u daar nu eens over heen. Waarachtig, er steekt helemaal geen kwaad in en ik zal er heus de smaak niet zó van beet krijgen, dat ik mijn werk ervoor in de steek laat. Toe nu, laten jullie me dat nu doen. Ik heb er zo’n veschrikkelijke zin in.”
„Je moogt je „r” wel een beetje minder verwaarlozen,” lachte haar vader, die de zaak niet zo ernstig inzag en zich wijselijk bedacht, dat het Els geen kwaad zou doen als ze eens achter de schermen keek.
„We zullen er eens ’n nachtje over slapen, hè moeder?” zei hij dan en Els ademde weer vrijer, nu ze zag dat haar vader het plan niet geheel verwierp.
„Jullie bent een paar engelen!” was ’t de volgende dag, toen Els toestemming kreeg voor die veertien dagen haar medewerking te verlenen.
„Maar geen dag langer!” vermaande haar vader. „En als er kwestie is van met het stuk op tournée gaan, zoals dat meestal gebeurt, dan zeg je maar meteen, dat daar niets van in komt. Begrepen, Els?”
„Natuurlijk, vader,” zei Els gedwee, nu ze haar wens in vervulling zag gaan.
Na enige repetities kwam Els met de volle verzekering thuis, „dat de boel op rolletjes liep” en ze er helemaal niet tegen opzag.
„Dat zeg je nu,” plaagde haar vader. „Wacht maar, /als je die eerste avond voor een tjokvolle zaal staat.”
Els haalde geringschattend haar schouders op.
„Of ik nooit op de planken heb gestaan!”