117
niet beter! vallen we in de termen voor reductie op onze reisbiljetten.”
„Hoeveel kost de reis?”
„Veertig gulden, retour! Derde klasse natuurlijk, ’t Is gewoon cadeau! daar zitten we dan voor in Ti-rol. Ik word gewoon stapel als ik er aan denk!”
„En weet Jet al iets van pension en zo?”
„We gaan toch in dat hotelletje, waar zij verleden jaar is geweest: lm weissen Röss’1, of zoiets.”
„Och je zeurt! dat is, geloof ik, een operette.” „Nou dan: lm schwarzen Gaul! Zo iets zal ’t wel zijn.”
„Je bent weer prachtig op de hoogte!”
„Nou ja, what is in a name? in ieder geval weet ik zeker, dat we die veertien dagen voor een en vijftig piek ’t heertje zijn. Is ie effetjes fijn?”
„Is daar alles bij inbegrepen?” vroeg Bea bedachtzaam.
„Om u te dienen, dame! Pension, inclusief — hoe zeg ik dat? — bediening en ski-cursus.”
„Misschien stoppen ze ons in de kippetjeshemel!” „Nou ja, we krijgen geen salon op de eerste verdieping voor zo’n schijntje.”
„Hoeft ook niet. Juist enig om je zo’n beetje te behelpen. Weet je ook met hoeveel we op zo’n kamer slapen? Misschien wel met ons vijven in één hok.” „O, neen, Jet vertelde juist, dat er zulke moppige, kleine tweepersoons-kamertjes zijn, waar ze, om ruimte te winnen, twee bedden boven elkaar hebben, net als in een scheepshut.”
„Ik zie jou daar al boven m’n hoofd bungelen! Hoe meer je ervan vertelt, hoe meer zin ik er in krijg. Ik wou, dat het al einde December was!”
„En ik! soms zit ik midden onder m’n werk te grijnzen van pleizier. Dan kijken de anderen me aan, of ik van Lotje getikt ben en vragen waarom ik zo grinnik.”