In het gareel

Titel
In het gareel

Jaar
1928

Druk
1928

Overig
1ed 1928

Pagina's
216



45

Mary genoot van het radde, vlugge kwekken van een paar Belgische dames, die hun familie goede reis toewenschten.

En daartusschen door klonk weer het gemoedelijke Vlaamsch.

Die heele reis naar Parijs gaf Mary haar oogen en ooren den kost en de lectuur, die Lodewijk haar gegeven had, bleef ongelezen.

Toen in Brussel twee jonge dames in hun coupé kwamen in diepen rouw, de sluiers ten voeten uit, betrok haar gezicht even.

„Ze rouwen hier om een oom, een tante, of een verren bloedverwant,” fluisterde Lodewijk haar in, die haar ontroering zag.

Toen de rouwsluiers terug geslagen waren en twee kersroode mondjes te zien kwamen, tè rood om echt te zijn, toen Mary hen ijverig gebruik zag maken van hun poederdonsje en lippenstift, verwijdden zich haar oogen in één verbazing en hun rouw, die haar eerst even droef gestemd had, leek haar nu minder erg toe.

De jongens amuseerden zich kostelijk met de verschillende aandoeningen op Mary’s gelaat.

Bij de lunch, in de restauratiewagen, waar ze een tafeltje met hun drietjes kregen, kwam Mary even los.

„Neen, maar, zooiets! Hoe durven ze! zoo maar in het openbaar! En waarom hebben ze ’t noodig? Ze hebben heel fijne, lieve gezichtjes. Begrijpen jullie het?”

„’t Is een voorproefje van wat je in Parijs te zien zult krijgen,” zei Lodewijk. „Daar zie je bijna geen vrouw, die niet opgemaakt is.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.