17
Als de maand Mei, zooals nu, zulke blije, zonnige dagen had, dan speelde voor Mary zich weer heel die droeve tijd af, maakte zij alles weer door van begin tot eind.
Twee jaren waren voorbijgegaan, jaren waarin telkens weer gevreesd werd, dat de plotselinge slag te zwaar was geweest voor het meisje, dat juist op een leeftijd was, waarop dergelijke slagen slecht te dragen zijn en ze zou vervallen in een zwaarmoedigheid, die niet paste bij haar jeugd.
Op de H. B. S. waar ze sinds haar twaalfde jaar was, kwam ze met meer moeite mee, dan anders en hadden de jongens ’s avonds niet ijverig meegeholpen met het huiswerk, dan zou het te bezien zijn geweest, of ze de twee klassen nog had doorgekomen, zonder te blijven zitten.
Toen ze haar eindexamen gedaan had en men zich angstig afvroeg, wat nu, was Mary’s liefste wensch, thuis te blijven en voor de jongens te zorgen, iets dat tot nu toe gedaan was door een huishoudster, waarmee ze geen van drieën op ver-trouwelijken voet waren gekomen.
Er werd beraadslaagd met vader’s broer en den trouwen dokkie, want schoon Lodewijk voogd was over de minderjarige Mary, deed hij toch niets, zonder den raad van deze twee beproefde vrienden in te winnen.
Dokkie, Mary het best kennende, gaf den doorslag. Ze zou haar zin krijgen, maar eerst moest ze eenige maanden naar de huishoudschool, om alle huiselijke bezigheden en vooral het koken grondig te leeren.
Hij wist wel, hoe die tijd met allemaal jonge,
In het Gareel. 2