105
ik alles bestellen voor twee dagen.”
„En ik kan ook niet,” glunderde Walter. „Je hebt er geen idee van, wat ik nog altemaal te doen heb. Weet je wat, broertje, ga jij maar al-leenig, dan help ik de merel ’n beetje op streek.” „Neen, dan blijf ik ook maar thuis, ’t is te gek om haar alleen te gaan halen.”
Hij was zichtbaar teleurgesteld en Mary, dit ziende, zei gauw.
„Lo, doe niet zoo ouderwetsch, Corry zou je hoonen als ze ’t hoorde. Neem de two-seater, maar doe de kap vooral op en de ruiten goed dicht. Ik zal nog een warme jas voor Correkind meegeven, want ze zal het koud hebben.”
„Je bent een bezorgde lieverd,” zei blij haar broer. „Ik zal dan maar doen zooals je zegt.”
„Zul je oppassen voor slippen?” vroeg ze angstig. „Je hoeft je niets ongerust te maken, alleen is ’t mogelijk, dat de Parijsche trein door de sneeuw vertraging heeft en dan kan ’t een stuk schelen eer we binnen zijn!”
Toen was hij zingend naar de garage gegaan om de two-saeter in orde te maken voor de reis. „Dat wordt meenens!” lachte Walter.
„Heb je ’t ook in de gaten?”
„Als de liefde nu maar van twee kanten komt!” „Tja! dat moeten we af wachten. Maar ik heb er wel hoop op. Vooral die laatste dagen van ons verblijf in Parijs vond ik Corry bijzonder lief tegen hem.”
„Ik heb niets tegen haar als schoonzus. Jij merel?”
„Als ze onzen Lo gelukkig maakt is ze voor mij