hooien bij elkaar, en heeft nu iemand in een ander land, al is het nog zoo ver weg, wèl een van die erge zonden uit de telille gedaan en je vraagt er hier vergiffenis voor, dan helpt het voor daar en voor hem! Daarom doe je maar alsof je alles zelf hebt gedaan, wat in de telille staat. . Dat zal ze ook doen en komt ze dan aan dat, aan die zonde die Zadoks deed. . diefstal!. . dan zal ze aan toen denken, en heel strak naar Zadoks kijken en hem heel sterk bedoelen. .
Wat moet hij blij zijn, dat de tijd voorbijging.... wat moet hij vaak bang zijn geweest. . bij menig onweer heeft ze aan hem gedacht. Soms lijkt een uur nooit om te zullen komen. . nu gingen er tien maanden voorbij. . nu is het bijna Joum-Kippoer. Dan zijn ze het kwijt, dat ellendige geheim, allebei zijn ze er dan van af, zij en de oude Zadoks.
80