zoo benauwd. . dat ze er aldoor over zwijgen moest, zelfs tegen moeder, want. . ze weet zelf niet waarom, maar iemand die er niet bij is geweest, die het sleetje niet onder de lantaarn heeft zien staan, met kleinen Levie erin, die kan het toch niet begrijpen. Neen, geen mensch mag het weten, erg genoeg dat God het weet! Erg genoeg? Het allerergste! Want de menschen zouden misschien toch nog eens gezegd hebben: die Zadoks moet nu voor Leen Paardeb. . en al de kinderen zorgen, erg vet soppen was het er nooit —, op een talles verdient hij een daalder, op een stel magsouriëm nog niet eens. . en tante Roos heelt bijna geen tijd meer om voor anderen te naaien. . zoo zouden de menschen misschien nog praten en hem niet zoo vreeselijk straffen, maar bij God hoef je met zulke dingen niet aan te komen! Want konden Adam en Eva het nu eigenlijk wel zoo erg helpen.... en wat had, als je nagaat, Mozes heelemaal gedaan? En Uza dan. .. . die meende zelfs dat hij goed deed en hij werd toch doodgesla gen.... neen, bij God hoef je nergens mee aan te komen.
Na een tijd heeft ze er niet zoo altijd meer aan gedacht. . soms waren er wel twee weken tusschen, en dat merkte ze dan ineens. Zou eigenlijk wel ooit de tijd voorbij zijn gegaan als ze er altijd aan had moeten denken? Natuurlijk wel, al lijkt het van niet.
Nu is het bijna algeloopen, want over drie dagen is het Joum Kippoer. Dan wordt het van haar alge-nomen en dan wordt het van Zadoks afgenomen en zij kan Zadoks helpen, zonder dat iemand het weet, zonder dat hij zelf het weet —, dat heeft mijnheer Snoek juist kort geleden heelemaal uitgelegd.
Een groote jongen vroeg op school, waarom op Joum-Kippoer iedereen vergeving moet vragen voor alle zonden, die in de tefille staan, ook al heb je er bijna niets van zelf gedaan. Dat was zóó: alle Joden
79