ronde buiken dansen lichtspikkels over het water, dat veel blauwer dan de lucht nog is. .. . op het groene veldje hebben de vrouwen het natte, blanke goed wijd uit gelegd, de kinderen met hun witte haren spelen ertusschen en het grijze keesje kijkt toe en blaft. . . ., ze wonen daar toch zoo echt, zoo gezellig! Van madeliefjes is het veldje wit bespikkeld, maar ze kan ze niet plukken, zoo’n haast als ze heeft. Naar moeder om alles tc vertellen. .. . van de juffrouw, van wat ze nu met het dubbeltje zal doen.... van alle bloemen die de juffrouw haar wil leeren maken.... o, hoe komt ze nog met al dat vertellen klaar vóór de middagschool, en nu al zoo laat. Het drukt tegen haar buik, het doet bijna zeer, zoo vol als ze is, van alles wat ze moeder vertellen moet.... En dan.... dat van vanmorgen! Want nu weet ze ook ineens waarom ze zoo brutaal tegen moeder was. . . . Het zit zoo: als ze moeder gelijk had gegeven. .. . dan had ze toch eigenlijk niet meer naar Gerdien kunnen gaan om de margriet te leeren .... en ze wilde zoo graag. ... en ook. .. . wanneer iedereen valsch en akelig is, daar wordt de wereld zoo leelijk van.... daarom moet je wel eens doen alsof niet.... Maar nu is de juffrouw zoo vreeselijk goed en lief voor haar.... o, daardoor komt eigenlijk dat drukken op haar buik, dat bijna zeer doet. ... en nu mag ze wel aan zichzelf en aan moeder bekennen dat Gerdien een naarheid is. .. . ja, een akelig valsch kreng .... Heerlijk verlucht dat, en het hindert nu niet meer, de wereld is nu toch véél, véél mooier nog dan gisteren. ... en ze zal alle bloemen leeren maken.
69