haast, ze wist het maar niet. .. . want als ze het dan onverwacht zag te voorschijn komen, dat zou toch wat wezen.... Eerst zou er tusschen de draden een heel klein puntje blikken. .. . dan breien, breien om daarbij te komen — want, wat kan het toch wel zijn?! — en dan eindelijk. . . . nee maar, wat komt daar? Een dubbeltje! Een dubbeltje voor mijn moeder? }a, voor haar! Dat zou de heerlijke verrassing zijn.... maar zou-ze wel ooit, als ze niet wist dat daar het dubbeltje stak, met de kous tot aan den nrindervoct komen? En kan ze nu niet toch nog doen alsof ze het niet weet? O neen, was het niet om wat ze, nadat de kluw, in het opgeknoopte schort bewaart. .. . even nog bekijken. . . . de hand omzichtig erin en nu eronder, het ritselig-iijne vloeipapier eraf. ... o, het is toch wel echt mooi! Op zijn langen steel van dun, buigzaam ijzerdraad, met groen papier zoo mooi gelijk en stijf omwoeld, het hemelsblauwe bloempje met het gele harte-pitje —, is het niet precies een echt vergect-mij nietje? Mooiei zelfs dan echt, want zelfgemaakt, heelemaal zelf gemaakt. .. . van wat eerst was een stukje blauw papier en een stukje groen papier en een eindje ijzerdraad en één van een bosje kleine gele dungesteelde pitjes .... en nu een bloem, een vergeet-mij-niet.
Alle meisjes op school maakten al lang de mooiste bloemen, rozen, margrieten, sneeuwballen, tot ze een heel bouquet bij elkander hadden.
Dat werd dan tegen een palmblad aangelegd, een stijf-gedroogd blad, in den winkel te koop, met een luchtigen strik van roze of blauwe zij! Of, voo” op een kastje, een drinkglas vol zuiver zand, omkleed met een op maat gehaakt mandje, mosgroen, met breede, golvende rosen rand en daar weer een klein groen boordje langs — en in het zand losjes de bloemen gestoken. Annebet heeft dat voor haar moeders koperen bruiloft gemaakt en Margo zoo’n waaier toen haar groote zus-
64