koud of zoo warm..? Bethlehem.. Bethlehem. . wat klinkt het ver en mooi. Maar. . Maria met het kinde-ke. . dat is voor de Roomschen. . en ook voor de anderen. . niet voor hen, niet voor haar.
De Ster is nu vlak bij, groot en licht als een stervormige zon.
,,Dat is er de Koning van Moorenland En die hiet er. .
Is dat schrikken! Jongen, wat wil je toch, wat moet je toch, wat zeg je toch? Boven mijn hoofd? Wat is er boven mijn hoofd? En ze keert zich om tegen de deurpost, waarin ze leunde en haar hand wil tasten, haar oog wil zoeken.
„Een ster. . een licht. . een diamant. . daar naast je hoofd.
Nu ziet ze het, aan de deurpost, iets hooger dan haar hoofd, daar flikkert een lichtje, een sterretje. . of een diamantje. „Moeder, kijk, wat kan het zijn. .?”
Het glazen venstertje van de Mezoezo vangt het licht van de Ster, die wordt voorbijgedragen. . de zwarte lettertjes zijn duidelijk zichtbaar, het ééne woord, dat voor het venstertje van elke mezoezo staat, eeuwig en overal, omdat, zegt mijnheer Snoek, de Rebbe, eeuwig en overal, op dezelfde wijze het rolletje er ingeschoven wordt. Ze zag duidelijk de zwarte letters van het ééne Woord —, is het niet het ontzaglijke, het geduchte „Sjemangl”?
De Ster gaat voorbij, maar ze durft bijna niet kijken, bijna niet luisteren. Wie door benauwde droomen lijdt, heeft iets overgeslagen van zijn nachtgebed. . het is wel héél lang en sommige regels moeten drie keer gezegd. . allerlei dingen hebben een beteekenis. . keek /e te veel naar de Ster.. vond ze de Ster te mooi?
In het donkere straatje ziet ze den man verdwijnen, de Ster verkrimpen., en van den zang komt geen v. oord meer ongeschonden over, want de wind gaat
57