Het huisje aan de sloot

Hij heeft een krentekoek meegebracht, hij heeft een rookworst meegebracht, hij heeft appels meegebracht!

Braaf opgepast? Goed geleerd op school? Niet den meester voor den gek gehouden? Ja, dat vragen ook allemaal de echte ooms, maar oom Zeelik lacht met glimmende wangen en kleine oogjes en hij zou blijven lachen, al hadden ze niet braaf opgepast, slecht geleerd en den meester voor den gek gehouden.

Ze zitten met koffie en koek vlak bij de kachel. . maar waarom werd er toch zoo gelachen? Oom Zeelik vertelde grappen van Polken! Weet hij er nog meer, weet hij er dan tenminste nog één?

Sommige van de grappen mogen ze blijkbaar niet hooi en. Van de canapé. . ? Neen, zwijg maar stil, dat begrijpt oom Zeelik uit zichzelf wel al. Van den man met die heel leelijke vrouw? Moeder schrikt ervan. . waar denkt oom Zeelik toch aan. . ze zijn toch kleine kinderen! Van de operatie dan. .? Dat zouden ze niet begrijpen. Van den druppel aan den neus? Ze schateren al boven oom Zeelik uit. Wat een vies verhaal. . van een druppel aan een neus! Recht mooi vindt moeder het eigenlijk niet van oom Zeelik. .

De Polk kwam dan het huis inloopen en zoo maar naar de keuken toe. De vrouw stond te roeren in de sjabbessoep. De vrouw had medelijden en de Polk had honger en de vrouw vroeg of de Polk mee bleef eten.

„Naar 't valt,” zei de Polk en hij bedoelde den druppel dien hij zag hangen aan haar neus, vlak boven de soep. . Ze roerde in de soep en de druppel viel erin. En toen bleef de Polk. .

„Niet eten. . ”

„Toch eten. .”

„Stil. . moet jullie horen. . er was een andere Polk. . die had ook honger. . die liep ook op een Vrijdagavond ergens binnen. . bij heele rijke menschen. Daar

31