als ze goed luistert, kan ze den wind zelfs hooren, als rondgaand gelispel, dat overal heimelijke boodschappen brengt. . De wereld is zoo groot en zoo hartbe-klemmend wonderbaar. . zij waren zoo klein en zoo heerlijk allemaal samen., met een trommel op tafel kon vader laten zien, hoe de maan licht krijgt van de zon. . dat is allemaal waar. Ze waren dicht bijeen op het plaatsje. . en hoog, hoog was de maan in den lichten hemel, . het schijnt zóó vreemd, terwijl ze toch zelf niet recht weet, waar het vreemde dan zit, dat de slaap zich laat wachten..
116