je hoofd voelt zoo vreemd en binnen in je lijf schijnt iets warms op te komen, zoodat je smelt, zoodat al draaiende en malende alles losraakt bij je binnenin. .. . voor je oogen komt iets donkers, dat je nooit hebt gezien en in je neus iets diks dat je nooit hebt geroken....
Den dag daarna hebben ze nog veel meer gehoord! Er vloog als een fluisterende, schuifelende wind van vragen door de kille, van huis tot huis. Vindt de Raaf 5) goed dat hij op hun begraafplaats wordt begraven — hij gaf om God-noch-gebod, hij woonde niet in de kille! — mijnheer Snoek moest naar het Rabbinaat, in zwarte jas en hoogen hoed — hij heeft een eigen sar-genes 6) en waar ligt het, in de kast bij zijn moeder of in de kast bij zijn vrouw? Krijgt hij aarde van „Erets Jisrool” ") mee in zijn kist? Wordt er teire s) gemaakt?
Den heelen morgen in school kwam er telkens akelig water in haar mond en dan leek haar hoofd weer los te staan. . . . waarom heeft Hijmans Snoek het toch vlak aan haar oor gezegd „hij stonk.... en zijn eene been hing erbij. ...” Laat in den namiddag is mijnheer Snoek teruggekomen uit de stad en weer vloog als een wind het bericht door de kille, van huis tot huis: de Raaf vindt het goed dat hij op hun begraafplaats komt.... de Raaf staat toe dat hij aarde van Erets-Jisrool meekrijgt in zijn -kist. ... en zijn moeder heeft zijn sargenes. Toen is het stil geworden in de kille en morgen wordt hij begraven.
Morgen.... en nu is het avond, en het is dampig en koud, ze hebben hun nieuwe dikke jasjes aan, die zitten zacht en warm. Zooals nu, dampig en koud, zoo begonnen alle dagen en zoo eindigen ze ook, maar tusschen dat begin en dat einde breekt uit eiken dag een open plek van goud en blauw, stralende zon en ruime, klare lucht, als een bloemknop die opengaat en zich weer sluit.. . . eiken volgenden dag gaat de dag-
98