15 ״AL OM EEN SUIKER BALLETJE..,.,.
Misschien is het wel allemaal waar wat hij zegt, maar daarom zegt hij het niet, hü zegt nooit iets omdat het waar is, maar omdat hij gelijk hebben wil, of omdat het ergens staat of omdat Zijn vader het heeft gezegd.
En als je dat dan weet en je kunt het niet bewijzen, dan krijg■ je het inwendig toch zoo benauwd; en uitwendig ook, de banden om je middel gaan spannen ׳en knellen en over je heele lijf vliegt een heete prikkerigheid. Alles wat Salomon Hamel zegt, is altijd waar, en tegelijk is het altijd valsch en verkeerd. Maar wat zouden ze haar uitlachen, als ze dan zeggen dorst —, hij is ze immers allemaal den baas, hij weet alles, wat in de Tora staat en hij leest al in den Talmoed ook ! Het is om met de voeten op den grond te stampen.
Nu moeten ze naar binnen —, en geloof maar niet dat de school vijf minuten vroeger uitgaat vandaag ! Wie heeft het ooit gehoord ? Op den druk-sten dag van het geheele jaar. De moeders weten zich geen raad, in alle huizen is het rommelig en rumoerig en ongeregeld — maar morgenavond zal het overal mooier zijn dan ooit een anderen dag van 't jaar —, precies zoo komt een prach-tig-gekleurde, vlugge vlinder uit een saaie, grauwe pop —, vandaag gaat de gomets-boel van den vloer en het Paasch-gerei komt voor den dag. Op de schoone papieren randen, die ze zelf hebben mogen in punten knippen, worden de bloem-versierde kopjes, de goud-berande borden, het room-kleurige doorschijnende botervlootje neergezet.
De meester in de school heeft een stem-vork. Bij de zangles slaat hij daarmee op het blad van een bank en zet hem dan op zijn punt, d^n komt er zoo'n mooi, zuiver en zacht geluid — en wanneer ze nu bezig is met moeder den Paasch-boel van den zolder te halen en neer te zetten in de schoon