Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



vragen. Ina moest haar vertelling voorlezen, waarmee ze zooveel succes had gehad.

״II kunt stellig heel mooi voorlezen," meende het bedeesde vriendinnetje en sloeg dwepend de oogen naar haar op. Egbert trommelde met een vouwbeen op tafel, glimlachte en zweeg. Ina had het kind wel kunnen omarmen en kussen, maar ze bleef strak. Geerte keek vragend van den een naar de ander. Maar Egbert trok een bedenkelijk gezicht, en Ina, die wel dadelijk blij had willen toestemmen en aanvaarden, hield zich in en keek hem in verborgen spanning aan.

״Is dat nu wel werkelijk iets voor ons?"

״Waarom niet?" ijverde Geerte, ״er komen heel aardige en geschikte lui."

״'tZal wat wezen als het voor de heeren komt!"

״Je schijnt het al weer precies te weten," zei zijn zuster lichtelijk gebelgd.

״Wij weten het zelf nog niet eens, maar we hebben toezegging van een heel goed studenten-kwartet en van acteurs en jonge actrices, die liedjes en voordrachten geven. Er wordt een een-acter van De Musset gespeeld. Tusschen de voordrachten door, een soort van fancy-fair, en dan een soupertje —, een dansje. Het kan werkelijk heel aardig worden. We hebben al heel wat kaarten verkocht. Waarom zou dat nu ook niet iets voor jou en Ina zijn?"

Ina luisterde met hoopvol kloppend hart, maar ze hield zich Onverschillig. Ze had zoo lang met Egbert tezamen op de ״bourgeois-menschen" en hun ״geestlooze" vermaken neergezien en gesmaald, dat ze nu niet dorst bekennen, hoezeer ze haakte naar licht en muziek, naar feestelijke verheffing, vooral: naar menschen om te zien en van gezien te worden. Ze stelde zich heimelijk zichzelf al voor in haar witte zijden japonnetje, voorlezend terwijl de anderen stil zaten en luisterden en naar haar opzagen en haar, in dat éene oogenblik althans, bewonderden en vleiden en van haar hielden. Ze werd warm van de gedachte —, maar Egbert keek nog zoo bedenkelijk met zijn aarzelend, spottend lachje. ״Maar als iedereen nu wat doet," zei ze ten slotte, met een warm gezicht pogend elk teeken van graagte en geprikkeldheid uit haar stem weg te houden, voor het vreemde meisje, ״het is toch voor dien zieken jongen en niet voor ons plezier dat we er heengaan. Het is natuurlijk altijd een corvee."

״In naam der menschlievendheid dan maar." Egbert geeuwde en rekte de armen.

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.