Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



Ina wandelde nu alleen naar huis. En ze vroeg zich af, hoe dat nu in elkaar zat, dat ze in sommige omstandigheden en tegenover sommige menschen bijna geen woord wist uit te brengen. Bij Mary aan huis had ze ook nog herhaaldelijk dien hinder ondervonden en een heimelijke benijding, bijna bewondering gevoeld voor het gladde praten, uren lang, van Mary en haar theevriendinnen, terwijl zij er linksch en stom bij zat. En daartegenover stond haar oude roep van welsprekendheid! Zij was het toch die op de school-praat-avonden van vroeger haar onderwerpen het best toelichtte, het sterkst stond in het debat. Debatteeren met jongens, dat was altijd haar glorie en haar heerlijkheid geweest, met oudere jongens liefst, met aankomende studenten, ze aan alle kanten vastzetten en ze slaan, niet met handigheid, die ze verafschuwde, maar met argumenten, die ze gereed overzag en goed formuleerde. Dat had ze van haar vader, was haar gezegd —, zijzelf had dien vader nauwelijks gekend. Maar dan later, dan had ze toch wel spijt gehad als diezelfde jongens zoo klaarblijkelijk liever de anderen, de ״zachte" meisjes, die glimlachten en zedig zwegen en thee schonken, ten dans vroegen dan haar, en met hen babbelden en lachten in hoekjes —, die andere meisjes benijdde ze dan om de hulde van de jongens, die ze tegelijk om hun kortzichtigheid verachtte. Meenden ze soms, dat zij ook niet babbelen en fluisteren in hoekjes wilde —, en naar zotte, overmoedige dingen luisteren en ze zeggen —, omdat ze, op anderen tijd —, niet van wijken wist en op haar stuk stond wanneer het om ernstige dingen ging ?

Ze was nu een jaar bij Mary Rutgers en begon zich toch langzaam aan ook wel dien gemakkelijken, onpersoonlijk weiwillenden gezelschapstoon te wennen, waaraan geen werkelijke welwillendheid, geen enkel positief gevoel ten grondslag ligt —, ze vergiste zich ook niet zoo vaak meer in de bedoelingen der anderen, vermoedde niet altijd persoonlijke gevoelens van hartelijkheid, vriendschappelijkheid, hoffelijkheid waar van niets dan van algemeene en geheel onpersoonlijke beleefdheid sprake was en liep daardoor niet zooveel kleine wonden en teleurstellingen meer op als in het begin. Maar haar ware aard was geneigd naar uitsluitend spreken over wat haar werkelijk belang inboezemde en vooral naar het duidelijk en direct uitdrukken van haar snel-opkomende en heftig-werkende gevoelens, afkeer en onwil zoowel als genegenheid, vriendschap, bewondering en wanneer degeen die zulk gevoel in haar had opgewekt, luisteren wilde, dan sprak ze bij uitstek graag over zichzelf.

22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.