Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



te zien, voortdurend Egbert toelachend —, haar instinct raadde haar dit wreed voorbijzien van den ander als het uitnemende middel om hem te vleien en vleiend te behagen en te winnen. Ze schikte voor den spiegel de haren onder haar hoed en waagde het hem toe te knikken in het glas, hij antwoordde met een kushand en ze zag dat hij opstond en naar haar toe kwam. Ze stonden naast elkaar, maar ze wist nu niets meer te zeggen, ze voelde zich uitgepraat met een vreemd, leeg geduizel in haar hoofd en een strakken glimlach orn den mond, terwijl het neefje Coba hielp en onder haar omslachtig aankleeden geduldig wachtte met haar overschoenen en haar mof en ze lachte luid en schaterend, toen Egbert, wijdbeens met de handen in dè zakken, hoonde ״De Volmaakte Sjen-teleman" ■—, zoodat de jongen bloedrood bloosde en niet dorst opzien. ־

Zwijgend gingen ze naast elkaar, Ina en haar zuster, op weg naar het station, Josefine had alles verteld van thuis, van de nieuwe plannen, ze was er opzettelijk voor overgekomen en nu liep elk van beiden stil verzonken in eigen gedachten —, Josefine, de oudere, klein en schriel, met in een bleek gezichtje een vriendelijken mond en groote, blauwe poppenoogen, Ina rank als een jongen, het hoofd rechtop, met de handen binnen in de zakken haar smalle heupen omvattend, zooals ze wel meer deed om onder het peinzend voortgaan in een zacht behagen aan zichzelf, zich halfbewust te verlustigen in de aanvoeling van het soepele glijden der gewrichten.

״Ten slotte heb jij dus nog gelijk gekregen," verbrak Josefine nog weer eens het zwijgen.

״Als het niet om Otto ging ׳—, zou het mij meer plezier doen. Je weet, ik heb wel eens graag dat de feiten mij in het gelijk stellen. Ze vinden mijn oordeel immers altijd zoo voorbarig en onbillijk. Jij vond het toen ook."

״Ze deed zich zoo aanminnig voor in het begin."

Ina trok de schouders op.

״Ze had toch altijd die koude oogen en dat ellendige tegelijk zegevierende en uitdagende glimlachje ׳—, en jullie had oogen om het te zien."

Ze zwegen weer even.

״Ik kan mij haast niet voorstellen, dat ze het durfde doorzetten, toen ze zag dat het Otto verdriet deed. Als je toch van iemand houdt —, wat komt het er dan op aan in welk huis je woont en hoe het ingericht is, al was het een krot met een tafel en een bank en een bed..."

19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.