Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



maar ook ״leeken-opmerkingen" en „leeken-vragen" met stroeve hoogheid afwees. Het had Ina gehinderd, dat vertoon van wetenschappelijkheid, die inbeelding om wat boekenwijsheid, waarvan ze de aanmatiging voelde, maar niet bewijzen kon, zoodat ze vol schrik was gaan vreezen dat haar bitterheid en ongeloof voortsproten uit haar eigen aard, — maar nu Egbert ook haar dorst aantasten, ook haar niet ontzag, voelde ze een heimelijke voldoening. Het was als wreekte hij haar voor wat Coba haar had aangedaan, toen ze haar vragen en opmerkingen met een kil, verwaand lachje terugwees —, terwijl ze toch zeker was, niet onnoozel en onbescheiden te hebben gesproken en gevraagd —, en ze was hem er dankbaar voor, bewonderde hem om zijn durf. Ze bewonderde hem omdat hij zoo zeker was van zichzelf; — wat een kracht, wat een hoogheid beduidde zooveel zelfverzekerdheid. Hij doorzag het „ontluikend genie" in al zijn dwaze aanstellerij —, stak genadeloos den draak met de heele kwakzalversbende; hij, de volwassene, de man van gezag, die in het openbaar zijn meening gaf en naar wien anderen luisterden —, hij zat daar nu en zei gewone, huiselijke, prettige dingen, zonder malie diepzinnigheid, dingen, die zij verstond, die haar niet intimideerden of aan zichzelf deden — twijfelen. En wat stond hij tegelijk hoog boven haar —, om die koele zekerheid, waar zij het niet verder dan innerlijke wrok en strijd en twijfel had kunnen brengen. Als lafenis nam ze zijn woorden tot zich, haar oogen schitterden en haar wangen gloeiden. Ze lachte uitbundig, toen hij Erik „dien geleerden lummel met dat hondenneusje" noemde ׳—, en over Mary Rutgers, de voortreffelijke, de hoogstaande, de sympathieke, sprak als over „een witte boon van 't verleden jaar" — ze lachte met voortdurend dat gevoel in zich, dat hij voor haar op al die menschen wreekte, wat ze haar hadden aangedaan. Haar wrok kwam los, ze liet ze vrij, ze klapte instemmend de handen en juichte opgewonden.

„Egbert praat altijd en over iedereen op dezelfde manier, maar hij heeft er nog nooit zoo'n overstelpend succes mee gehad," merkte Geeirte koel op , maar het drong evenmin tot Ina door als de vorige opmerking over haar onvriendelijkheid jegens de menschen die haar genoodigd hadden. Het scheen haar, dat ze niet langer alleen was —, immers niets van wat haar anders altijd deerde en trof, kon haar nu bereiken —, het scheen haar, dat hij naast haar stond, haar beschermde —, zijn openlijke spottende minachting voor dezelfde menschen, die zij alleen maar in 't diepst van haar 16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.