Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



״U bent verkwistend met uw jaren en u zpudt gauw aan een eind zijn —, er zijn nog zooveel meer geheimen dan die twee alleen."

„En als ik ze weten mocht, die geheimen —, allemaal—•, voor één enkel oogenblik —,en daarna dood —, zoudt u mij beklagen ? Is dat dan leven, wat wij doen, altijd in den nacht, altijd op den tast?"

„Zoo denkt u stellig niet altijd."

„Zoo denk ik gewoonlijk niet —, dat is juist zoo wonderlijk. Als iemand mij lief vindt en van mij houdt en mij begrijpt —, of als ik voel, dat ik van de menschen houd — niet van de menschen die ik ken, maar van de menschen die ik niet ken —, of als een vriend de „Kleine Nachtmuziek" voor mij speelt en mij daarna zegt, dat hij voor niemand in de heele wereld zoo mooi spelen kan..." ze zweeg en stond glimlachend verzonken als in herinnering.

„U vertelde mij van een droom en van vier gemetselde muren."

„Ik weet het niet meer," zei ze zacht en slap, „ik ben bang dat ik er teveel ophef van maak. Het was misschien een heel banaal geval. Hebt u wel eens voor iemand geknield?"

Hij glimlachte en schudde ontkennend het hoofd.

„Ik weet precies hoe belachelijk het is. Ik heb een heel scherp gfevoel voor het belachelijke —, ik weet precies, als ik zelf iets belachelijks doe, of als ik mij aanstel. Maar toen was het niet belachelijk. Het werd het pas toen zij lachte. Voelt u wat ik bedoel? Toen zij ermee spotte werd het bespottelijk. En ik zelf heelemaal. En alles wat ik al die maanden had gezegd en gedaan —, de versjes, de briefjes, het Uren wachten in den regen. Dat had ik al die maanden niet gevoeld, niet vermoed — al die maanden dat zij een vertooning van mij maakte voor anderen —•, en toen ik het ineens besefte, alsof de bliksem in mijn hersens sloeg , en toen mijn „ideaal" daar stond en lachte — giechelde als een winkeljuffrouw — dat was het ontwaken tusschen vier gemetselde muren en nergens een uitweg, Ik voel wel —, nu ik het zeg, klinkt het allemaal flets en flauw, onecht misschien —, het overtuigt mijzelf nauwelijks meer. En toen leek het mij de eenige, de natuurlijke, de aangewezen oplossing. Is het niet wonderlijk, dat ik het nu, na zoo kort, nauwelijks meer navoelen kan? De meeste menschen zouden de gevolgtrekking maken, dat het toen ook niet „echt" was, maar ik weet beter."

„Natuurlijk. Onweer gaat voorbij en was toch ook „echt", zoolang het er was."

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.