broer verliefd op is. En wat, wat heeft ze geschreven ?"
Ze was wit en trilde.
„Als u nu eens tenminste probeerde kalm te blijven. Toe." Ze ging zitten.
„Wat stond er in dien brief?"
„Dingen, die verleden jaar en voorverleden jaar gebeurd zijn — en waarbij u betrokken was. Dat u.. ."
„Dat ik.
„Dat u om een onderwijzeres van uw school uit een raam bent gesprongen."
Ze werd gloeiend rood en sloeg de handen voor het gezicht, haar stem klonk gesmoord.
„En dat schrijft Annie aan Mary en Mary vertelt het aan Herman en aan Gerda en aan Erik en morgen weet Coba het en volgende week weten al die edele, brave, hoogstaaande zielen het zoogoed als de edele, brave, hoogstaande zielen ginds het weten — en kunnen ze hun waardige hoofden schudden, en lachen om het gekke kind of misschien medelijden met haar hebben. Begint u te begrijpen, dat ik ze allemaal haat? En dat wist u dus allemaal precies, toen u hier de trap op k-ftram?" Hij knikte van ja, ze vloog op.
„Mary heeft u naar boven gestuurd om te zien of ik mij ook tusschentijds verhangen had," gilde ze buiten zichzelf. „Ze denken zeker dat het een pretje is, een soort van hebbelijkheid of liefhebberij. Als Pennewip, weet u wel: „hij-doet-die-dingen-voor-zijn-plezier." Hoort u ook tot die heldhaftige geesten, die zoo kloekmoedig hebben uitgemaakt, dat zelfmoord „laf" is ? Vertel ze uit mijn naam, als u het weer eens hoort, dat ze het eens probeeren moeten, wit een raam of in het water." Ze ging weer stil zitten. „Nu vindt u mij natuurlijk ook gek ׳— net als de rest."
„Ik weet werkelijk niet of ik „ja" of „neen" moet zeggen om u kalm te houden, II bent precies een vaatje buskruit op het oogenblik."
„Als u alles wist. Hebt u wel eens gedroomd dat u plotseling in de nauwte tusschen vier muren ontwaakte, tusschen vier, enge, hooge dichtgemetselde muren, zondèr uitweg ? Niet? Ik denk, dat het kwam van een wonderlijken roman, waar iets in voorkwam van een non, die ze zoo ingemetseld hadden. Ik droom de gekste dingen, ik zou ze niet kunnen vertellen .— en u zoudt me niet gelooven. Soms heb ik het gevoel, dat ik tien jaar van mijn leven zou willen geven om te weten wat droomen beduidt — en nog tien andere om te weten wat herinnering is."
6