Het Joodje

Titel
Het Joodje

Jaar
1914

Overig
1ed v2

Pagina's
258



46

nu toch wel gevleid door de woorden van den meester „een veelbelovende jongen, de trots van zijn familie en van zijn Volk”, En zoo duidelijk en dringend als hij durfde, wees nu de meester op het noodzakelijke van goede kleeren, onberispelijke orde in alles dat Bennie’s schooldingen betrof, gedurende zijn verblijf op het gymnasium, als hij er kwam, Dat hij een Jood was, en een arme jongen —, het was geen schande, eerder het tegendeel, maar stiptheid en reinheid in alles zou er van hem geëischt worden en dat was het eenige, waarin zijn ouders hem te helpen hadden, Bennie werd weer vuurrood, hoe bescheiden en zonder ophef zich de meester ook had uitgedrukt, voor hem waren zijn woorden van een pijnlijke duidelijkheid. Ook de vader zweeg, zijn gezicht weer donkerder dan zooeven en de meester, half-spijtig, zocht haastig het gesprek op andere dingen te brengen. Het mooie oude „Mizrach” op den Oostelijken wand was een goede afleiding —, waarbij de meester plechtig sprak over de gewoonte der Oostersche volken om met het gelaat naar de opgaande zon te bidden —, hij noemde die „lieflijk” en „poëtisch”, begon over de Arabieren en hun wijze van groeten „Salem Aleikum”, waarvan hij wel eens had gehoord, dat het ook een oud-Joodsche gewoonte was en dat die woorden eigenlijk He-breeuwsch waren. En oom Jozef, weer binnengekomen, waagde weifelend een geleerd „Chaldeeuws?” dat hij zich van de Joodsche school herinnerde. En meesters belangstellend vragen dreef vader tot al uitvoeriger

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.