42
een gat in het vloerkleed, alles onder het misprijzend toezien en mompelen en heftig schoofdschudden van tante Rebecca, die tegelijk echter uit zich zelf Bekkie, die zich stond te kammen, verbood. Maar van haar met klein Saartje, die nu aan alle kanten in de zweren zat — „gezonde klieren” hield tante vol — de straat op of naar het plaatsje te zenden, daar wilde ze op Bennie’s herhaald aandringen niet van hooren. Hij trilde, zijn hoofd was vuurrood, zweet plakte zijn haren aan zijn voorhoofd, hij riep zijn moeder uit het keukentje en smeekte haar met radde woorden zich wat op te knappen, zelf sleepte hij een schoon boezelaar voor haar uit een la —, van tante’s groezele open hals in haar jak dorst hij niets zeggen. En vader stond, de voeten aaneen, het gelaat naar het Oosten, het langgerekt middaggebed te prevelen —, maar die voorgeschreven houding en dat hij natuurlijk niet tusschen 1t bidden door spreken mocht, beletten hem niet, met een verbaasd, bijna misnoegd voorhoofdfronsen Bennie's relaas aan te hooren —, en grommend naar kleine Saartje te slaan, die aan haar oortjes krabde. Bennie hoopte vurig dat vader klaar zou zijn, vóórdat de meester kwam en dat die hem daar niet zou zien staan, prevelend met lange uithalen en wenkend en buigend met het bovenlijf —, maar in het volgend oogenblik schaamde hij zich voor die gedachte, dit was nu toch wel de echte, leelijke valsche schaamte, waartegen de meester hem zoo nadrukkelijk gewaarschuwd had —, en hij schrok op,