36
uitweidend, bij voorkeur in de onbegrensde verten van redeneering en bespiegeling. Zoo was hij als jonge man geweest, zoo was hij nu, op leeftijd gekomen, nog steeds, en omdat zijn aanraking met leven en wereld nooit meer dan een oppervlakkige was geweest, omdat hij nooit eischen voor zichzelf had gesteld, had hij zijn zachtzinnig idealisme, zijn vriendelijk vertrouwen in de Deugd, die ten slotte zegeviert, in de macht van Rechtvaardigheid en Eerlijkheid en Goedheid ongerept kunnen behouden.
Doch wèl was het als ongemerkt door hemzelf tot hem doorgedrongen en na zijn gesprek met den kleinen Bennie begon hij er zich meer en klaarder rekenschap van te geven, dat zijn land en zijn tijd wellicht minder dan andere landen en vroegere tijden, zooals hij die in boeken beschreven vond, voor de opheffing van het hoogere en begaafdere uit zijn nederigen staat aangewezen mocht zijn —, en ook dat het misschien niet geheel en al billijk was, zijn klein vriendje, voor wien hij genegenheid had opgevatj als voor alles dat zijn bescherming behoeven kon, geen andere keus te laten dan tusschen een ,,Edison”, een „Paus Adriaan de Zesde” te zijn of levenslang met „antiek” op de weekmarkt te staan. Langzamerhand begon het plan in hem te groeien, den jongen langs minder fantastische wegen dan die in boeken gebruikelijk zijn, voort te helpen. Hij was, als onbetaald secretaris van allerlei genootschappen, met de meesten der voorname en invloedrijke dorpsheeren bekend en bevriend, doch