schappelijk gebied wordt gewerkt, niets blijkt, zodra het ethische en sociologische kwesties betreft. Met deze dingen, en met het taalprobleem, hangen immers ‘idealen’ samen, en zodra het om ‘idealen’ gaat, verwijt men de onderzoeker spoediger een teveel dan een tekort aan kritische zin.
Bij het eerder beschreven zedelijk bederf door het nationalisme, voegt zich nu nog dit intellectueel bederf. Voor zijn slechtheid (Levensdrift) bezit de mens een correctief in de schaamte, doch deze zwijgt voor zijn als ideaal vermomde collectieve slechtheid; voor zijn neiging tot foutieve groepering en bizarre associatie bezit hij het correctief in een zekere kritisch-weten-schappelijke ordezin, doch ook deze houdt op te functioneren, zodra het nationalisme begint op te treden.
Dat woorden ooit werkelijk zouden uitdrukken, wat ze benoemen, kan op vele wijzen worden weerlegd. Ziet hier een aantal bijzonder ‘expressieve’ woorden: inboorling, hors d’ceuvres, Apollinaris, protestant, drama, manufacturen, revolver, kannibaal, mausoleum, cognac, bordeaux, champagne, guillotine, mokka, favus, sinister, Meerenberg, vergif, gammel, aftands. Omtrent hun onmiddellijke afleiding kan geen twijfel bestaan. Ze zijn plaatsnamen of eigennamen, of wel ze wijzen op een herkomst of werking, die aan de huidige, zogeheten gevoelswaarde volkomen vreemd is (revolver, manufacturen, sinister, vergif, favus, het Noorse gammel en aftands), doch ze zijn zodanig met hun betekenis vergroeid, dat ze die inderdaad schijnen uit te drukken, schijnen uit te ademen. Shaws gechoqueerde huisjcsmelker-ouderling Sartorius was maar half voldaan met de verklaring, dat het Apollinariswater naar de kerk is genoemd en niet omgekeerd. De naam Apollinariskerk bleef ‘profaan’ klinken in zijn fijngevoelig oor. Inderdaad gaat er van die woorden schijnbaar een eigen reuk uit, die ze tot ruimer, verder, ander gebruik voor altijd ongeschikt heeft gemaakt. ‘Inboorling’ kan alleen nog maar ironisch op anderen dan ‘inlanders’ (hetzelfde!) worden toegepast.
Hoe weinig het woord uitdrukt, wat het benoemt, blijkt pas recht, als iemand een zelfde woord in twee betekenissen gebruikt, zonder te bemerken, dat het hetzelfde woord is, het schijnt de ene keer verheven, mysterieus, exotisch of althans
i35