83
ze er nog niet aan gewend was. Die vond het morgen al best met een potje blommen op tafel...
Gestommel op het trapje: vader.
,/t Wordt mij te donker boven/' loog hij, en stak de petroleum-lamp op. Het licht viel net in een gele kring om het potje viooltjes heen. Mooi was dat.
„Wat ik zeggen wou," begon vader, tusschen trekjes aan z'n pijp door, „die nieuwe betrekking, dat is nou toch wel een beste, hè?"
„Ja!” zei Jantje verrast, „hoe weet u dat zoo?”
Vader keek weer met half-dichte oogen naar het bloempotje.
„Tja,” zei hij peinzend, en meer kwam er niet uit.
Want hij zei nooit een woord meer dan noodig was.