54
dat ze niet bij de „tegenwoordige meisjes” hoorde. Alle „tegenwoordige meisjes” waren niet zooals Meta, dat was maar onzin.
Tante legde haar precies uit, hoe je het aanlegde met zoo'n kamer: alles moest al schoon zijn, als je het eruit bracht, dan had je later, als de kamer zelf schoon was, maar zóó de boel weer erin te brengen en op z'n plaats te zetten of te hangen.
„Als ik maar mee mag helpen,” zuchtte Jantje twijfelmoedig...
Ja, ze mocht meehelpen. Het gewone werk moest maar wat gauw vandaag, dan konden ze samen de slaapkamer doen. Mevrouw zei het haar zelf. Meneer sprak ze vandaag niet, die was net verdwenen in den tijd, dat ze niet in de gang was. Jammer!
Ze kwam dadelijk in de stemming, zóó toen ze de slaapkamer binnenkwam. Meta was al begonnen, de ramen stonden wijd open, en doordat er wat meer wind was dan gisteren, tochtte het flink, en dat gaf je zoo het gevoel, dat alle winterlucht uit de kamer wegwoei. Op het balkon stond een rek met de dekens, en die wapperden in de wind. De zon kwam de kamer in tot aan de toilettafel, die nog niet leeggeruimd was.
Nou moest je toch die kristallen fleschjes zien,