Aan Wal

Titel
Aan Wal

Jaar
1932

Overig
1ed

Pagina's
245



46

lijker uitzag dan eerst, — daar kon ze eiken dag opnieuw weer blij mee zijn.

Maar ze wou zoo graag van de menschen in huis gaan houden, — en dat kon niet. Ze zag ze haast niet. Ze had het gevoel, of ze na een paar dagen wèl van de kamers ging houden, van de kleeden, die ze stof-zoog, van de mollige stoelen, en vooral, vooral van de fijne kleedjes op de kleine tafels, die hier en daar stonden. Ze zag ze eiken dag weer, — het was, of haar handen aan ze gingen wennen, of ze zich hier aan hechten kon. En toch waren het maar doode dingen.

Maar de menschen?

Mevrouw had de eerste keeren gekeken, hoe het ging. En toen het goed ging, was ze verder weggebleven. Jantje zag haar 's morgens even, en dan zei ze vriendelijk goeiemorgen, en als ze *s middags weer naar 't schip ging, nou, dan klopte ze even aan en zei goeiendag.

En dan was er een meneer, die ging 's morgens de deur uit, een half uur nadat Jantje gekomen was, en als ze naar huis ging, was hij er nog niet weer. Als ze toevallig in de gang bezig was, wanneer hij wegging, zei hij: „dag meisje”, en dan zei ze „dag meneer,” — dat was alles.

Verder was er niets. Ja, er was nog die groote, mooie hond, waarvan ze zeker wist dat ze ook


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.